<Vorige]  ['De Kolom' index]  [Volgende>

De Kolom logo spacer
spacer [Klik hier voor gewone-versie
spacer
spacer 28:  Arthur
30-9-2005
spacer spacer

Wie skate, die zweet!

Mijn vorige epistel was aan de workaholic in mij gewijd. Met een vaste baan en één bijbaan minder weet ik tegenwoordig ook tijd over te houden voor recreatie. Mijn favoriete bezigheid is dan toch wel sporten, en daar schrijf ik ditmaal over.

Mijn eerste echte sportactiviteiten begonnen zo rond mijn vijfde: de verplichte zwemles voor het diploma A. Dat was dus echt niks voor mij, hè! Drie jaar rillen en klappertanden heeft het mij gekost, hoe ik ooit m'n B gehaald heb, is nog steeds een raadsel. Zwemmen is ook een veel te trage sport, al die weerstand in dat water. Nee, in mijn vroege jaren racete ik liever met mijn felrode Massey-Ferguson traptrekker om ons huizenblok. Achternagezeten door Jan Willem op zijn groene Fendt, en Jeroen op z'n blauwe Ford. Bocht afsnijden was de standaard ("hoe anders?"), dus geen buurman hield zijn hielen of schenen lang heel.

Dat trekkertje werd op de basisschool toch wat klein, bovendien waren de wielen doorgesleten. Ik ging eens kijken bij de lokale volleybalclub. Ik was nog lang niet zo lang als nu, maar vond het een aardig spelletje. Apetrots was ik op mijn eerste echte teamshirt, knalgroen, te groot, en in grote witte letters '25' achterop; ik was het kwartje van het team. Aris reed ons met plezier naar de uitwedstrijden, van Dordrecht tot Haaften. Na flink wat jaren werd de volleybalvereniging (tot dan toe onderdeel van de voetbalvereniging SVN) afgestoten, met een direct faillissement tot gevolg. Nog een jaartje badminton geprobeerd, maar dat was toch niet mijn ding.

Op het VWO in Gorinchem heb ik bij de gymlessen leren softballen, hockeyen, discus- en speerwerpen, boksen, touwklimmen en salto-springen. Van dat laatste was ik trouwens hartstikke bang geworden toen ik het voor het eerst op de open dag zag, 'Moet ik dat ook doen? Mag ik naar een andere school, mam?'. Het bleek allemaal mee te vallen. Vooral in de laatste jaren, toen mijn kleine kinderlichaam eindelijk eens was gaan groeien, hebben we nog vele mooie potten volleybal en honkbal gespeeld, en de Coupertest was altijd al een succesnummer. Oh ja, de 30.000 km fietsen in zes jaar telt natuurlijk ook mee. Door weer en wind; de Hel van het Noorden was er niks bij.

Tijdens mijn studie zakte het sporten tot een historisch dieptepunt weg. Had ik meer als een student gezopen, had ik vast een bierbuikje ontwikkeld. Tijdens mijn Delftsche jaar heb ik nog een poosje bij de volleyballers van 'Punch' meegedraaid, maar verder bleef sporten beperkt tot een sporadisch skate-tochtje door de Giessenlandse polders.

De laatste twee jaar ben ik weer op gewenst niveau terug. Ik heb de skates verruild voor skeelers (20% meer wiel, minstens zoveel extra snelheid). Omdat snelheid mij adrenaline geeft, en dat mij weer harder door laat gaan dan ik eigenlijk zou moeten, is hier de gevleugelde uitspraak uit ontstaan:
'Wie skate, die zweet!'.
Dat het altijd erger kan, weet ik sinds een half jaar. Bij het Utrechtse sportcentrum 'Olympos' klim ik wekelijks op een spinning-fiets. Met 20 lotgenoten opgezweept worden door Ragna, een frisse, onwaarschijnlijke fitte meid, die ons met lekkere muziek boven ons eigen kunnen laat uitstijgen. Ik drink een liter water in 45 minuten, wat ik tegelijkertijd ook weer uitzweet. Douchen was nog nooit zo lekker. Bij hetzelfde sportcentrum squash ik ook af en toe (Erik, ik kom binnenkort nog in Tilburg squashen!), en eigenlijk wil ik - na het vinden van een woning in Utrecht - ook eens een cursusje schaatstechniek op de Vechtse Banen volgen. Dat laatste sluit dan weer aardig aan bij de jaarlijks in stand gehouden wintersportverslaving.

Het is mij een eer om de pen over te kunnen dragen aan de familieschrijver: Hans. Zet hem weer op, Hans!